Gebroeders Hemmer

Uit SHGWiki
Naar navigatie springenNaar zoeken springen
De printervriendelijke versie wordt niet langer ondersteund en kan weergavefouten bevatten. Werk uw browserbladwijzers bij en gebruik de gewone afdrukfunctie van de browser.

In 1995 heeft meester G.J. Braakhuis met behulp van diverse familieleden van de Gebroeders Hemmer het verhaal, dat begon met de crash van William Dossetter, opnieuw opgetekend.


Bommenwerpers.

Het Duitse leger veroverde in het eerste halfjaar van 1940 heel West-Europa, maar Engeland niet. De Duitsers probeerden Engeland tot overgave te dwingen door zware bombardementen op steden als Londen en Coventry. Het aantal doden en gewonden onder de burgerbevolking was groot. Engeland gaf niet toe, integendeel, de Engelse regering had de vaste wil zich niet over te geven. De Duitse bommenwerpers werden boven Engeland en de Noordzee uit de lucht geschoten. Duitsland verloor een groot deel van zijn vliegtuigen in de luchtoorlog om Engeland.

A1 een half jaar later, in de zomer van 1941, waren de rollen omgekeerd. Engelse bommenwerpers vlogen 's nachts over Belgie en Nederland om Duitse steden, spoorwegen en fabrieken met bommen te bestoken.

De Engelse vllegtuigen werden 's nachts beschoten door Duitse jachtvliegtuigen. Veel Engelse vliegeniers vonden de dood, sommige konden met een parachute aan de directe dood ontkomen. Als ze in Duiteland neerkwamen, werden ze onmiddellijk gegrepen en gevangen gezet. Als ze in bezet gebied, bijvoorbeeld in Nederland, neerdaalden hadden ze een grotere kans verstopt te worden en dat ze hulp kregen om weer terug te gaan naar Engeland.


William Dossetter

William Dossetter was boordschutter in een bommenwerper. In de nacht van 14 op 15 juli 1941 springt hij met zijn parachute uit het vliegtuig. Hij landt in het grensgebied Manderveen-Geesteren. Hij klopt in de nacht aan het raam bij boer Blokhuis aan de Langemaatsweg. Blokhuis geeft hem burgerkleren. Het uniform en de parachute worden door Blokhuis in de grond begraven (informatie familie Hendrik Hemmer). De zoon van Blokhuis zegt dat z'n vader het uniform en de parachute in een haverveld gooide. Bernard Hemmer zou één en ander hebben opgehaald. Dossetter wil naar het westen en komt nog voor de middag aan bij de familie Lammerink op de Vermolen. Boer Lammerink fietst naar Harrie Hemmer aan de Vinckenweg om raad te vragen.

Harrie Hemmer haalt de piloot op, verstopt hem onderweg en haalt hem in de middag op z'n fiets naar zijn boerderij aan de Vinckenweg. Als Hendrik 's middags van zijn werk op het distributiekantoor in Tubbergen thuiskomt, treft hij Dossetter aan. Hendrik brengt de Engelsman naar de boerderij van broer Gerard, in de driehoek Achterpoolsweg-Poolsweg-Delmaweg: Dossetter wordt verstopt op de hooizolder.

Hendrik Hemmer, nog ongehuwd, spreekt engels, gymnasium Oldenzaal. Hij brengt de Engelsman dagelijks eten. Ook Bernard Hemmer heeft regelmatig contact met Dossetter. Daags na de landing van Dossetter zoeken Duitse militairen en de politie van Tubbergen de weilanden, de akkers en de weggetjes langs de Broekbeek af. Ze vinden niets.

Dossetter verbleef waarschijnlijk enkele maanden bij Gerard Hemmer op de hooizolder. Naar welk adres hij daarna is verstrokken is niet bekend. Ook is niet bekend hoe ver hij gekomen is op zijn tocht naar Engeland.

Verraden

In Geesteren hoort men een half jaar lang niets meer. Het is aannemelijk dat de hulp aan Dossetter is verraden aan de Duitsers. De familie van Hendrik Hemmer heeft de informatie dat een man, een verrader die zich voordeed als helper, tegen beloning iemand heeft verraden aan de Duitse bezetters. Op 27 maart 1942 worden de eerste mensen uit Geesteren door de Sicherheitspolizei opgehaald.


De gebroeders Hemmer (Hendrik, Bernard en Gerard) werden op 8 april alle drie gearresteerd door de Duitse Sicherheitsdienst (S.D.).

Hendrik ter dood veroordeeld

Onderstaand stuk is ook inclusief afbeeldingen in te zien onder in Hendrik Hemmer.


Hendrik Hemmer was toen leider van het distributiekantoor Tubbergen, dat toen was gehuisvest in de schuur van de firma Ter Beek, naast bakkerij Koopmans. Na zijn arrestatie vertelde hij aan de Duitsers dat hij Dossetter had ontmoet op de weg van Tubbergen naar Geesteren. Daarmee werd de betrokkenheid van de gezinnen Blokhuis, Lammerink en Harrie Hemmer uitgewist en werd hun arrestatie voorkomen. Hendrik nam alle schuld op zich om de gezinnen te sparen. Hij werd door de Duitsers geloofd en werd daarmee hoofdverdachte.

Hendrik Hemmer werd op 8 april overgebracht naar de gevangenis in Scheveningen, op 22 april 1942 naar de Deutsches Strafgefângnis, Wolvenplein te Utrecht en op 30 juni naar de Kriegswehrmachtgefängnis in Utrecht. Op 30 september werd hij door het Feldkriegsgericht ter dood veroordeeld. Op 12 novemhor 1942 deelt de "Justizinspektor Luftwaffe" mee, dat Hendrik's doodvonnis was omgezet in 10 jaar tuchthuisstraf.

Hoe is die grote stap, in die dagen een zeer grote stap, van een doodvonnis voor hulp aan de vijand naar 10 jaar gevangenschap te verklaren? Een broer van Hendrik's moeder "Jansoom", J. Wesselink/Wesselman had toen zitting in de Provinciale Staten van Overijssel. "Jansoom" kende mr. Egon von Bönninghausen die toen commissaris was van de provincie Overijssel. Mr. Egon was ook burgemeester geweest van Tubbergen. Zo heeft Wesseling de commissaris, geboren op "Herinckhave" in Fleringen, kunnen aanspreken over het doodvonnis van zijn oomzegger.

Deze tussenkomst en de blijkbaar grote invloed van de zeer pro-Duitse Von Bönninghausen op de Duitse bezetters heeft Hendrik het leven gered.

Hendrik Hemmer was gevangene in Kleve, Düsseldorf, Bonn, Rheinbach en Hameln. Hij verrichte zware dwangarbeid, leed aan ondervoeding en aan zweren door vitaminegebrek. Hij kwam terecht in het concentratiekamp Hecht. In april 1945 werd hij verder Duitsland ingevoerd. Hij bleef bij alle ontberingen toch nog in leven.

Op 23 april 1945 werd hij bevrijd in Sachsen, in de latere DDR. Op 3 juli 1945 was hij weer thuis, op de boerderij aan de Vinckenweg, de boerderij met het opschrift "Aan Gods zegen is alles gelegen".

Tubbergen had in die jaren een eigen elektriciteitsbedrijf, het G.E.B. (Gemeentelijk Energie Bedrijf), dat zorgde voor de stroomvoorziening in de gemeente. Hendrik Hemmer werd directeur van het G.E.B.

Hij overleed op 26 april 1966: 50 jaar oud.

Bernard Hemmer

Onderstaand stuk is ook inclusief afbeeldingen in te zien onder in Bernard Hemmer.


Geboren op 24-10-1907 te Geesteren

Overleden op 27-07-1979

Bernard Hemmer woonde in 1942 met zijn gezin op de boerderij "De Boschnieder" aan de Vermolenweg te Geesteren. Bernard bezocht geregeld de Engelse boordschutter die met zijn parachute geland was in de nacht van 14 op 15 juli 1941 in het gebied Manderveen-Geesteren.

Er zijn geen aanwijzingen dat de gebroeders Hemmer in 1942 deel uitmaakten van een georganiseerde "pilotenlijn": een groep mensen van het verzet tegen de Duitsers, die de contacten kenden waarmee Engelse vliegeniers op weg geholpen konden worden voor hun terugkeer naar Engeland. Hoe was een begin van zo'n vluchtlijn to vinden? De gebroeders Hemmer en de dames Maathuis (Truus en Marie) kenden elkaar goed. Het is zeer wel denkbaar dat Bernard Hemmer aan de dames Maathuis heeft gevraagd of zij in hun uitgebreide kennissenkring iemand kenden die mogelijk een begin van een oplossing voor Dossetter en voor henzelf kon aanreiken.

Blijkbaar hebben de gebroeders Hemmer die kans daarop goed ingeschat. De dames Maathuis kenden Van der Aa en Hermelink uit Almelo. Albert Hermelink en zijn zwager Van der Aa werden 17 maart 1942 gearresteerd wegens hulp aan een piloot, of aan piloten. Op dezelfde dag werden de dames Maathuis opgehaald door de Sicherheitspolizei. De heer Van der Aa kwam terug, Albert Hermelink niet. De hulp aan Dossetter was verraden aan de Duitsers.

Bernard Hemmer werd 3 weken later, op 8 april 1942, gearresteerd door de Sicherheitsdienst. Hij werd overgebracht naar Amersfoort en Scheveningen. Hij werd door de Duitsers tot gevangenschap in een concentratiekamp veroordeeld, als N.N.-gevangene. Voor hoe lang? Voor eeuwig? N.N. staat voor nacht en nevel, die gevangenen zouden als in duisternis en mist verdwijnen, zonder een spoor na te laten.

Hij werd overgebracht naar het concentratiekamp Neuengamme aan de Elbe, dicht bij Hamburg. Hij was niemand meer. Hij was daar nr. 17314. Bernard moest werken in de klei aan de oever van de Elbe. Sterven van honger, door uitputting door het zware werk, door doodknuppelen, door ophanging, door de honden van de S.S.-bewakers, Bernard Hemmer zag het onmenselijke dagelijks, en vaak ook 's nachts, voor zijn ogen gebeuren.

Hij kon Neuengamme een half jaar lang volhouden. Dan wordt hij overgebracht naar het kamp Natzweiler in de Elzas in N.O. Frankrijk. In Natzweiler stierven de gevangenen letterlijk vaak in de nacht en in de mist. Het kamp lag op de noordhelling van een berg, het was er koud en vochtig. Ook Natzweiler was een barbaars kamp.

Bernard Hemmer had tijden dat hij niet meer wist hoe zijn eigen kinderen thuis in Geesteren heetten. Hij mocht geen teken van leven naar huis sturen, niet uit Neuengamme en niet ult Natzweiler. Bernard overleefde ook Natzweiler doordat hij het geluk had niet ziek te worden, niet vevmoord te worden en hij overleefde doordat hij de vaste wil hield de verschrikkingen te doorstaan.

In de nazomer van 1944 moesten de Duitsers Natzweiler ontruimen, de Amerikanen, de Canadezen en de Engelsen waren in aantocht. Bernard werd overgebracht naar Erzingen bij Wûrtemberg. Op 20 augustus 1944 is hij daar. Het geluk is weer met hem. Erzingen is een veel milder kamp dan Neuengamme en Natzweiler. Hij werkt in een zogenaamd Arbeitscommando buiten het kamp aan een fabriek kwear olie ult leisteen, "Schieferöl" kan worden gewonnen. Later zei hij lachend "Die fabriek heeft nooit gedraaid". Op 24 oktober 1944 is hij jarig, hij is dan 37 jaar. Hij krijgt kaarten en tekeningen van zijn medegevangenen. Die kan hij bewaren. In april 1944 wordt het kamp gobombardeerd, Bernard raakt wonderwel niet eens gewond.

Op 14 april 1945 worden de Hollanders uit Erzingen vervoerd naar het concentratiekamp Albach-Dachau. Op 27 april, 22.24 uur zijn de Amerikanen in dat kamp. Bernard maakte op een kaartje enkele aantekeningen van de dagelijkse gebeurtenissen in februari t/m april 1945.

Gerard Haarhuis/Morshuis hoort bij café "de Knoefbakker" door de radio dat Bernard Hemmer "Boschsnieder" bevrijd is. Hij brengt dat bericht laat in de avond naar de familie Harrie Hemmer aan de Vinckenweg. Na een avontuurlijke busreis vanuit Dachau komt hij via Venlo en Eindhoven op donderdag 31 mei 1945 thuis, gezond naar lichaam en geest, zoals hij vanuit Dachau enige weken voordien aan zijn vrouw en kinderen op "de Vermolen" schreef.

Bernard Hemmer was na de oorlog een bekende persoonlijkheid in de regionale politiek. Hij had jarenlang zitting in de Provinciale Staten van Overijssel en was jarenlang raadslid en wethouder van de gemeente Tubbergen.

Op 27 juli 1979 is hij plotseling overleden.

Gerhardus J. Hemmer

Onderstaand stuk is ook inclusief afbeeldingen in te zien onder in Gerard Hemmer.



Geboren 27 maart 1904 te Geesteren.

Overleden 5 februari 1945 in Dachau bij München.

Zoon van Gerhardus Hemmer en Geertruida Wesselink.

Het gezin Gerard Hemmer woonde in 1941 aan de Achterpoolsweg op de boerderij in de driehoek Achterpoolsweg-Poolsweg-Delmaweg. Op 15 Juli 1941 verbergt hij de Engelse boordschutter Dossetter op zijn hooizolder, voor waarschijnlijk enige maanden. Zijn broer Hendrik had hem gebracht.

Op 8 april 1942 werd hij gearresteerd door de Sicherheitsdienst en overgebracht naar Amersfoort, dan misschien naar Utrecht, daarna naar Scheveningen, naar de beruchte gevangenis daar.

Hij wordt evenals zijn broer Bernard door de Duitsers, het Feldgericht, veroordeeld tot gevangenschap als N.N.-gevangene in een concentratlekamp. Bernard Hemmer schrijft op 6 mei 1945, na zijn bevrijding, vanuit het kamp München-Albach aan zijn vrouw op de Vermolen: "Ik was blij dat Gerard tot het vorige jaar in Holland is gebleven." En ook "Broer Gerard is hier niet, hij is verleden jaar van Vucht naar Natzweiler gegaan, waar ik ook geweest ben."

In de nazomer van 1944 rukten de Amerikaanse, Engelse en Canadese legers op naar N.O. Frankrijk. De Duitsers gingen Natzweiler ontruimen. Bernard Hemmer ging naar Erzingen, Gerard naar Dachau. Bernard Hemmer zei na de oorlog dat hij broer Gerard nog een keer had gesproken. Het is niet bekend waar en wanneer dat gebeurd is.

De kinderer van Gerard Hemmer hebben een officieel document waaruit blijkt dat G. Hemmer op 6 september 1944 werd overgebracht van Natzweiler naar het kamp Dachau bij München. Daaruit blljkt dat hij Natzweiier heeft moeten doorstaan. Hij werd in het K.Z. Dachau ingeschreven als nummer 99740.

De familie Gerard Hemmer heeft weinig documentatie over zijn gevangenschap. Er is slechts één brief uit Dachau van 5 november 1944. De brief is waarschijnlijk door een medegevangene geschreven, een Duitser?, maar door Gerard zelf ondertekend. Die brief is voor de familie van grote waarde geweest, het was een teken van leven. Aan de inhoud van de brief is geen enkele waarde te hechten, gevangenen mochten geen informatie uit de kampen en gevangenissen naar buiten brengen.

Gerard Hemmer had mogelijk ook de verschrikkingen en de ontberingen van Dachau kunnen overleven als de toestand in dat kamp in de late herfst van 1944/begin 1945 niet zo dramatisch verslechterd was.

In die maanden naderden de Russische legers in hun opmars naar het Westen de grote vernietigingskampen in Polen als Shutthof, Maidanek, Treblinka, Sobibor, Belzec en Auschwitz-Birkenau. De gevangenen die in die vernietigingskampen nog waren overgebleven, werden naar het westen, naar de Duitse Heimat vervoerd of in dodenmarsen voortgedreven. Velen stierven onderweg. Ook Dachau werd volgepropt met schimmen van mensen. Van huisvesting en voedselvoorziening was geen sprake meer. Het onvoorstelbare werd nog erger toen er typhus uitbrak in het kamp.

Gerard Hemmer werd ook het slachtoffer van typhus. Hij overleed in Dachau op 10 februari 1945, slechts een tiental weken voor de bevrijding van het kamp Dachau.

Zijn naam leeft voort, in steen gebeiteld, op het monument bij de R.K.-Kerk in Geesteren.

Er werder hem na de oorlog postuum enige zeer hoge Amerikaanse onderscheidingen toegekend.